Regulatie rond de VKM in Nederland

Afstudeerscriptie Hubert van der Poll

Sinds de industriële revolutie is de aarde met meer dan 1,1 graden Celsius opgewarmd. De uitstoot van grote hoeveelheden broeikasgassen zijn hiervan de oorzaak. Om de opwarming van de aarde onder de twee graden te houden, hebben 196 landen het Klimaatakkoord van Parijs getekend. Nederland heeft in het licht van dit akkoord zichzelf ten doel gesteld om in 2050 klimaatneutraal te zijn.

Een van de mogelijkheden die kan bijdragen aan het halen van deze doelstelling is de vrijwillige koolstofmarkt (VKM). Dit is een markt waarop bedrijven en organisaties hun uitstoot kunnen compenseren door koolstofkredieten te kopen van duurzame projecten die broeikasgassen opnemen of de uitstoot hiervan reduceren. De markt kan dan ook bedrijven, die moeite hebben met het reduceren van uitstoot, helpen bij het compenseren van dit laatste stukje uitstoot. Ook blijkt dat de VKM nog andere voordelen met zich meebrengt, zoals het versterken van de biodiversiteit en het aantrekken van financiering naar duurzame projecten. Deze markt kent echter ook een aantal risico’s die de integriteit en het functioneren van de markt in gevaar brengt, zoals het risico van dubbeltellen, greenwashing, de lange termijn realisatie en een versnipperde autoriteit op de markt.

Het niet goed functioneren van de VKM kan nadelige gevolgen hebben voor het halen van de 2050-doelstelling en kan bovendien leiden tot een verlies van financiële middelen voor verduurzaming bij bedrijven. Het is dan ook belangrijk dat deze nadelen worden tegengegaan. De overheid is een geschikte partij om deze nadelen op de VKM tegen te gaan door middel van regulatie. Belangrijk hierbij is hoe deze regulatie precies vorm moet krijgen. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: Wat voor regulering is nodig om de vrijwillige koolstof markt duurzaam te laten functioneren? Binnen dit onderzoek is de lens van marktregulatie gebruikt, waarbij de nadelen van deze markt binnen een type van marktfalen zijn geplaatst.

Om de onderzoeksvraag uiteindelijk te kunnen beantwoorden, is kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Bij de dataverzameling is gebruik gemaakt van semigestructureerde interviews om een antwoord op de onderzoeksvraag te kunnen formuleren.

Uit de onderzoeksresultaten is gebleken dat er zes verschillende vormen van regulatie kunnen worden ingesteld om de VKM duurzamer te laten functioneren. Al deze vormen van regulatie spelen in op het type marktfalen van “asymmetrische infromatie” die optreedt binnen de VKM in Nederland. Het stellen van wettelijke kaders aan standaardenorganisaties, het instellen van een centraal koolstofboekhoudregister, het creëren van algemene protocollen en waarden voor het opstellen en uitvoeren van methoden, het instellen van een 15% norm voor niet-uitgifte van koolstofkredieten, een uitbreiding van de rapportageverplichting voor bedrijven aangaande duurzaamheid en het uitbreiden van het gebruik van de CO2-ladder, zijn hierbij leidend.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *